Beknopte backup van de belangrijkste webpagina's van Animal Freedom

Drogredenen voor dierproeven

De tekst is onderdeel van de website Animal Freedom die gaat over dierenrechten. Op de website zijn meer types van drogredenen te vinden voor meerdere vormen van dierenmisbruik.

We presenteren links een voorbeeld van een drogreden en rechts hoe je zou kunnen reageren.


Drogredenen


Reactie

Dierproeven zijn noodzakelijk   In de wet staat dat voor sommige medicijnen dierproeven (in 30% van de gevallen) noodzakelijk zijn. Noodzakelijk is iets anders dan goed.
Veel dierproeven worden uit commerciële overwegingen gedaan en zijn meer medicijnen, schoonmaakmiddelen, cosmeticaproducten etc. dan nodig is.
Onderzoek naar kanker of aids kan niet zonder dierproeven   De beste resultaten worden geboekt met onderzoek op mensen. Dit is wel duurder.
Er zijn te weinig alternatieven   Slechts 1% van het budget wordt uitgegeven aan alternatieven. Als je niet zoekt, vind je ook niet.
Dierproeven zijn gericht op het geluk en de gezondheid van de mens   Het eerste en belangrijkste doel van de farmaceutische industrie is winst maken.
Als je geen dieren opoffert, offer je mensen op   Dat is maar hoe je het bekijkt. Gezien de relatief succesvolle resultaten van proeven op mensen en andere diervrije alternatieven is het eerder zo dat wanneer de industrie door blijft gaan proeven te nemen op dieren, zij uiteindelijk meer mensenlevens in gevaar brengen.
Als je zelf ziek wordt dan heb je wel belang bij dierproeven   Mensen kunnen zich het beste druk maken over de meest optimale manier om ziektes te bestrijden wanneer er nog genoeg tijd over is en dat is als ze nog gezond zijn.
Dieren zijn geschikt voor proeven omdat zij minder voelen   Omdat een dier geen begrip heeft van het doel van experimenten ervaart het bij relatief geringe pijn doodsangst en vertwijfeling.
De proeven kunnen toch niet met mensen worden gedaan?   Mensen geven zich vrijwillig op en met hen valt beter te communiceren. Onderzoekers worden dan verplicht zorgvuldiger hun proeven te plannen en op te zetten. Dit leidt uiteraard tot onschadelijke, minder wrede proeven.
Zonder dierproeven zou de wetenschap nooit het huidige kennisniveau hebben bereikt   Misschien was de wetenschap nu veel verder geweest als zij gedwongen was geweest om te zoeken naar alternatieven. Nu is er geen vergelijking mogelijk.
Proefdieren worden dagelijks nauwkeurig geobserveerd mbt hun welzijn   Het welzijn van een dier wordt niet beter door continue observatie. Het welzijn zou beter zijn als dieren geen object van onderzoek zouden zijn.
Organisaties die tegen dierproeven zijn hebben veel geld die zij niet inzetten om proefdiervrij onderzoek te subsidiëren   Die organisaties zetten hun geld in om mensen bewust te maken van alternatieven voor dierproeven en dierproefvrije producten. Het is aan de farmaceutische industrie om alternatieven te financieren.
Research centra zijn altijd bereid om het publiek te informeren over de noodzaak van de proeven   Er is geen informatie die de noodzaak van dierproeven onweerlegbaar aantoont. De informatie geeft slechts zicht op de beweegredenen en omstandigheden. Informatie over het hoe en waarom dierproeven gedaan worden, geeft geen argumenten die het ethische bezwaar van dierproeven verlichten.
Het is zinloos om te discussiëren over de ethiek van dierproeven. De een denkt zus en de ander zo. Daar kom je nooit uit.   Verschil in inzicht in ethiek is gelukkig nog nooit een reden geweest om daarover geen gesprek aan te gaan. Er bestaan wel individuen die van te voren besluiten om in een gesprek niets toe te geven. Sommigen hebben er ook (financieel en maatschappelijk) belang bij om een controverse te laten bestaan.
Wanneer je tegen dierproeven bent moet je ook geen medicijnen nemen die op dieren getest zijn. Moeten we dan straks alle die medicijnen weggooien?   Niemand kan een ander verwijten gebruik te maken van kennis die al bestaat ook al is deze illegaal of via bezwaarlijke weg verkregen. Je mag geen illegale of bezwaarlijke praktijken toepassen om kennis te verkrijgen.
Als je toch al dieren gebruikt voor voedsel is het logisch om ze ook voor dierproeven te gebruiken   Bij dieren die gebruikt worden voor voedsel geef je ze voor de slacht een goed leven als je het goed met hen voor hebt. Bij dierproeven worden dieren aan allerlei ongerief blootgesteld en na enige tijd gedood. Dat is een geen goed leven voor de dood.

De goudviskom als martelwerktuig

Deze tekst is onderdeel van de zeer uitgebreide website over dierenrechten Animal Freedom.

Waarom de goudvissenkom niet deugt

Veel goudvissen komen in een goudvissenkom terecht. Mensen realiseren zich helaas niet dat dit voor de vissen een martelwerktuig is.
Wat deugt er niet aan?
In de eerste plaats is de goudvissenkom natuurlijk veel te klein. De kom bevat doorgaans maar enkele liters water, grote viskommen bevatten in het beste geval 10 tot 15 liter water. Dat is veel te weinig voor een goudvis, die minstens 250 liter nodig heeft! De kleine hoeveelheid water in een viskom dreigt niet alleen snel te vervuilen, maar kan ook snel te warm worden.
Een ander nadeel van de viskom is dat door de komvorm het wateroppervlak dat direct met de lucht in contact komt, veel te klein is. Daardoor dreigt voortdurend het zuurstofgehalte van het water te laag te worden.

Hoe moeten we dan wel goudvissen houden?
Het uitgangspunt dient te zijn dat goudvissen zoveel mogelijk naar hun aard gehouden dienen te worden. Een flinke, diepe vijver is dan natuurlijk het best. Maar als we ze in een aquarium houden, dan dienen ze, als ze ongeveer 15 tot 20 centimeter lang zijn, wel over tenminste 250 liter water te beschikken. Dat komt neer op een aquarium van 100x50x50 centimeter. Deze standaardmaat werd nog onlangs in het tijdschrift Het Aquarium aangeraden.
Dat is wel wat anders dan de piepkleine viskom! Zolang de goudvissen kleiner zijn, kan ook met een kleiner, maar wel rechthoekig aquarium volstaan worden.
Goudvissen zijn sociale dieren en dienen dus niet in hun eentje, maar in kleine groepjes van, volgens deskundigen, ongeveer tien vissen gehouden te worden. Heel belangrijk is verder dat de goudvissen in het aquarium over een interessante, afwisselende omgeving beschikken. Diverse waterplanten, stenen en een zandachtige bodem zijn dan ook absolute vereisten. Goudvissen zwemmen graag in groepjes door het water, waarbij ze voortdurend op zoek zijn naar wat voedsel. Wat ze hierbij heel graag doen is met hun snuit in de bodem wroeten, het zogenaamde grondelen, eigenlijk net zoals varkens dat doen, wanneer ze naar voedsel zoeken. Dit biedt de dieren de noodzakelijke afleiding en beweging en houdt ze psychisch en lichamelijk gezond.

Meer lezen? Zie de links en labels onderaan in de Internetversie.

Gevolgen van het eten van vlees

Deze tekst is onderdeel van de zeer uitgebreide website over dierenrechten Animal Freedom.

Vleesproductie is voedselverspilling



Wereldwijd voert men jaarlijks 735 miljard kilo graan aan de totale veestapel. Vervoerd in een goederentrein zou deze hoeveelheid in 12,3 miljoen goederenwagons geladen moeten worden. Die trein zou 6 keer de evenaar kunnen omspannen.
Voor de voeding van iedere Nederlander is er in binnen- en buitenland 1,20 hectare land in gebruik, terwijl er per wereldburger slechts 0,2 hectare landbouwoppervlakte beschikbaar is.
In Nederland is ongeveer 1,3 miljoen hectare in gebruik voor de productie van gras en maïs voor het rundvee. Nederland gebruikt naast de eigen grond ook nog evenveel grond in ontwikkelingslanden als Thailand (cassave), Maleisië, Brazilië (soja) en Argentinië voor de productie van veevoer. Voor de geïmporteerde mengvoeders is in andere landen 5,4 miljoen hectare in gebruik.
De grondstoffen voor het kippen- en varkensvoer worden voor ca. 75% uit het buitenland gehaald. Ongeveer één derde daarvan is afkomstig uit derdewereldlanden.

Vleesproductie is milieuvervuiling



De grootste bron van de zure neerslag die bossen en heide ernstig aantast, zijn veehouderij (61%) en verkeer (18%).
In 1997 produceerde de Nederlandse veestapel 77.093 miljoen kilo mest. Uitgestort over de gemeente Amsterdam zou dit een laag van 25 cm stinkende gier opleveren.
Met de mest produceerde onze veehouderij in 1997 140 miljoen kilo ammoniak (NH3), een schadelijke stof die sterk bijdraagt aan de 'zure regen'. Met die hoeveelheid zou je 1,45 miljard flessen ammonia (gebruikt in het schildersbedrijf e.d.) kunnen produceren.

Bovendien kost de productie van één pond vlees ongeveer 11.250 liter water.
Er is veel minder water nodig om een vegetariër of veganist (een die geen vlees, eieren of melkproducten eet) een jaar lang van voedsel te voorzien, dan er nodig is om één maand voedsel voor een vleeseter te produceren. Met het water dat verbruikt wordt voor de Nederlandse rundvleesconsumptie, kan een derde van de hele wereldbevolking een jaar lang in haar drinkwaterbehoefte voorzien.

Vleesproductie is energieverspilling



De productie en consumptie van vlees is de belangrijkste bijdrage (18%) aan de opwarming van de aarde (broeikaseffect). Wanneer alle Nederlanders zouden besluiten 3 dagen per week geen vlees te eten, zou dat de hoeveelheid broeikasgassen in ons land evenveel reduceren als wanneer 3 miljoen auto’s van de Nederlandse wegen gehaald zouden worden.

Bij de omzetting van plantaardig in dierlijk eiwit gaan ook nog eens veel voedingsstoffen verloren. Met 4 kilo plantaardig eiwit (veevoer) produceer je gemiddeld slechts 1 kilo dierlijk eiwit.
Gemiddeld kost de productie van 1 kilo vlees(waren) 14,7 x meer energie dan de productie van een kilo plantaardige voeding. Om een kilo kalfsvlees te produceren heb je 100 keer zoveel energie nodig als om een kilo aardappels te produceren. Een normale akker met grasland "produceert" ongeveer 330 kilo vlees. Hetzelfde stukje grond kan ook 40.000 kilo aardappelen produceren. In 1994 voerde Nederland 40% van de eigen graanconsumptie op aan het vee; dat is genoeg voor 44 broden per jaar per Nederlander.

Vleesproductie kost levens



Gemiddeld verbruikt een Nederlander 88 kilo vlees per jaar (ongeveer de helft daarvan wordt niet opgegeten). Daarnaast drinkt hij in een jaar ook nog eens 45 liter halfvolle melk en eet hij 178 eieren.
Alles bij elkaar sparen de 800.000 Nederlanders die geen vlees eten jaarlijks het leven van ongeveer 6 miljoen dieren.
In zijn leven bespaart iemand die geen vlees eet ongeveer 6 a 7 runderen, 45 varkens en enkele honderden kippen.

Zou er in Nederland minder vlees geproduceerd worden in de bio-industrie dan was er minder dierenleed. Zou Nederland ook geen vlees meer exporteren, dan zou er wereldwijd iets minder vlees worden gegeten en dan zou er veel minder voedsel worden verspild. Diervriendelijk en milieuvriendelijk werken neemt iets meer arbeid. Zouden alle varkensbedrijven biologisch en ecologisch gaan werken dan konden alle varkenshouders in principe hun vak blijven uitvoeren.

Naar de website van Animal Freedom