Waarom is vrijheid zo belangrijk?
Voor het antwoord gaan we te rade bij de bronnen waaruit we normaal gesproken informatie halen over wat hoort en wat niet hoort: de Grondwet, de religie, de natuur, hoe om te gaan met anderen (etiquette en sociale omgangsnormen) en uit onszelf: wat we voelen.
Grondwet
In de formulering van onze grondrechten is gelijkheid (geen discriminatie op o.a. ras) het eerste thema. In artikel 6 tot en met 15 is vrijheid het voornaamste thema. Een grondrecht voor mensen betekent een recht dat zelf niet ter discussie staat. Voor mensen is het nodig om in de wet (en voor sommigen in de religie) dit grondrecht vast te leggen, omdat wij de grenzen van de ander niet (h)erkennen of de neiging hebben om andermans grenzen te overschrijden of de ander te sterk te begrenzen.Religie
De geschiedenis van vrijheid als basis van onze wetgeving gaat terug tot ver voor Christus. Ook in de religie is vrijheid het voornaamste controleerbare thema in de regels die gelovigen zichzelf opleggen. Tenminste wanneer je het er mee eens bent dat het adagium "wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet" vertaald mag worden met "zoals jij wilt dat jouw vrijheid wordt gerespecteerd, respecteer zo andermans vrijheid".In 1988 maakte het overleg van de Afdeling Kerk & Samenleving van de Wereldraad van Kerken een rapport over de relatie kerk en dier onder de titel Bevrijding Van het Leven. Ook daarin pleit men voor de vrijheid van het dier en voor bevrijding van mens en dier.
Gezondheid
Het belang van vrijheid lijkt op het belang van gezondheid. Ook gezondheid is een vorm van vrijheid. Vrijheid en gezondheid worden ook wel fundamentele behoeftes genoemd, die naast veiligheid, begrip, affectie, ontspanning en de mogelijkheid om creatief te zijn de kwaliteit van ons leven (biologisch, sociaal en intellectueel) mede bepalen.Of alle dieren lijden en ziek worden onder vrijheidsverlies weten we niet zeker voor alle diersoorten, maar we weten wel dat dieren uit de vrije natuur er alles aan doen om te zorgen dat ze niet worden opgesloten. Dat dierenwelzijn lijdt onder gebrek aan vrijheid of gebrek aan mogelijkheden om natuurlijk gedrag te vertonen is vaak af te leiden uit het afwijkend gedrag dat dieren gaan vertonen. In onze taal hebben we de uitdrukking "ijsberen" daaraan te danken.
Natuur
In de natuur is het recht op vrijheid intrinsiek. De term "vrije natuur" duidt daar al op. Het is de mens die dit intrinsieke recht ten aanzien van de natuur met voeten treedt.Onvrijheid in de natuur bestaat alleen als door ziekte of ouderdom de krachten minder worden en dan is er al snel de bevrijdende dood. Vrijwel geen van de vele soorten gewervelde dieren in de natuur beneemt een andere soort de vrijheid, behalve kortstondig om de ander op te eten. Wanneer dieren elkaar opeten, hebben veel menselijke vleeseters en vegetariƫrs, die tegen het doden van dieren zijn, er gek genoeg geen moeite mee.
Gevoel
Ten slotte is er het gevoel. Ons gevoel zegt ons dat we op moeten komen voor iemand die gedwongen wordt om in een onrechtvaardige situatie te leven. Onvrijheid is zo'n onrecht.Vrijheid, ethiek, plicht en verantwoordelijkheid
Vrijheid is voor mensen een goede basis om ethiek op te baseren: wat vrijheid vergroot, is goed en wat vrijheid verkleint, is mogelijk fout. Oftewel: nastrevenswaardig is de grootste vrijheid voor het grootste aantal individuen (mens en dier). Waarbij aangetekend moet worden dat vrijheid niet kan bestaan zonder het trekken van grenzen. Waar de grens ligt, ligt niet vast in tijd en plaats, terwijl meer (keuze)vrijheid wel meer verantwoordelijkheid oplevert. De grens van vrijheid is daarmee altijd weer onderwerp van discussie. Je kunt dit vervelend vinden, maar ook als een bewijs van haar waarde zien.
Natuurlijk moeten we onderscheid maken tussen het lot en de eigen, vrije keuze. Voor het laatste zijn wij verantwoordelijk, voor het eerste ook, wanneer aannemelijk kan worden gemaakt dat we te weinig voorzorgsmaatregelen hebben genomen.
Het dragen van veel verantwoordelijkheid vindt niet iedereen aantrekkelijk, daarom kiezen sommigen bewust of onbewust voor minder vrijheid en voelen zich vervolgens vrijer.
Iedereen mag voor zichzelf bepalen en aangeven waar zijn grens voor een ander getrokken wordt. Het is goed gebruik en volgens de etiquette om de grens voor een ander proberen in te schatten en te voorkomen dat de ander ons tot het trekken van grenzen moet dwingen.
Niemand is verplicht om zich met dieren te bemoeien zolang hij een dier vrij laat of niet zelf heeft gekooid, geschaad of verwond. Veehouders hebben een zorgplicht. Dieren hebben geen plichten, zij houden geen dieren in onvrijheid.
Object of subject?
Volgens de Grondwet maakt het niet uit of je nu een spaarvarken of een mestvarken een aantal maanden in de schuur laat staan. Tussen ding en dier wordt geen onderscheid gemaakt.
Grondrechten wegen zwaarder
Iedere oproep om een uitzondering te maken op grondrechten of hieraan voorbij te gaan, is immoreel. Het maakt niet uit of de oproep op economische of emotionele gronden wordt gebaseerd of wanneer de bio-industrie wordt verdedigd omdat werkgelegenheid en nationaal inkomen "in gevaar" komen. Grondrechten komen het eerst en het laatst. Er staan ook geen plichten tegenover.
Economische gevolgen even zwaar laten wegen is immoreel.
We moeten consequenties trekken
We vinden dat in de bio-industrie de grondrechten van het dier geschonden worden door de extreme inperking van de bewegingsvrijheid, door belemmering om natuurlijk gedrag te vertonen, door hen op te voeren tot onnatuurlijke gewichtstoename en door de graseters slachtafval te voeren. Daar komt nog bij dat er een overproductie is: er wordt voornamelijk voor het buitenland geproduceerd. Daarmee wordt het dierenleed des te overbodiger en het onrecht des te groter. Een afbouw van de bio-industrie en van de export van haar producten met daarnaast een vervanging in eigen land door ecologische veehouderij is een minimale vereiste om aan landbouwhuisdieren recht te kunnen doen.
In de bio-industrie en soms in de politiek wordt het recht op vrijheid genegeerd en als het ware doodgezwegen. In een gezonde maatschappij die haar grondrechten respecteert en probeert te handhaven zal een dier door sommigen nog wel worden gegeten, maar heeft het voor zijn dood een dierwaardig leven. Voor de overheid betekent dit de morele plicht om de bio-industrie voor de volle 100% om te bouwen tot een ecologische veehouderij waarin vrijheid als basis voor welzijn voorop staat. Het is de taak van de overheid om grenzen te stellen aan het misbruik van de vrijheid die de mens begaat in de omgang met het dier. Alleen als de overheid de wet consequent doortrekt naar dieren kan er daadwerkelijk een einde worden gemaakt aan het onrecht. Tevens wordt daarmee haar eigen positie gelegitimeerd; macht kan en mag alleen worden (over)gedragen door degene die het misbruik daarvan uitsluit.
Voor de consument geldt dat niet het eten van vlees verkeerd is, maar het eten van "besmet" vlees. Je bent (vrij in) wat je eet, maar kies je voor het eten van vlees uit de bio-industrie dan ben je mede verantwoordelijk voor het in stand houden van de schending van de grondrechten van het dier.